Op onze opfrisser, de PPLBooster, horen we nogal eens de opmerking dat de ‘Low Countries’ een onmogelijke kaart is met véél teveel informatie.
Die kritiek is begrijpelijk als we de ICAO 1 : 500.000 als enige hulpmiddel gebruiken bij onze enroute planning. Eigenlijk geen beginnen aan, uw overlandvlucht plannen met dat ding is ronduit onbegonnen werk. Maar daarvoor is-ie dan ook helemaal niet bedoeld.
De luchtvaartkaart is een verzameling van gegevens die u in de lucht nodig hebt als referentie, als overzicht van alle gegevens die u verzameld hebt tijdens uw vluchtvoorbereiding. Het plannen doet u met behulp van de uitstekende kaarten in het AIP, zie hoofdstuk ENR 6.
Daar is een zeer duidelijk plaatje van de luchtruimstructuur te vinden, evenals een overzicht van alle beperkte, verboden en gevaarlijke gebieden. Ook zijn er aparte kaarten van vogelgebieden, laagvlieggebieden, altimeter setting regions, vluchtinformatiegebieden en last but not least: full colour zichtnaderingskaarten voor alle vliegvelden in het deel AERODROMES.
Die kaarten zijn overzichtelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. En als u dáármee uw vlucht voorbereidt, weet u precies wat u weten moet. Omdat u aan boord niet met 12 verschillende kaarten wilt zitten, is de ‘Low Countries’ uitgevonden, waarop al die info verzameld is, met de topografie eronder. Voor op schoot. Erg praktisch.
Dat-ie inmiddels door velen ‘verkeerd’ gebruikt wordt is niet de fout van de kaart, noch van zijn makers. Míj hebben ze dit in mijn opleiding nooit verteld en de kans dat u het voor het eerst leest acht ik dan ook zeer reëel.
Terloops is hiermee overigens een voordeel van sommige van de producten voor uw iPad of Android beschreven: het kunnen filteren van informatie zodat één en ander overzichtelijk blijft, of weer wordt.
Na een grondige bestudering van de detailkaarten is er volgens mij weinig mis met die onmogelijke kaart.