Defensie is vandaag begonnen met de berging van twee vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Noardeast-Fryslân. Het betreft een Vickers Wellington HE346 van de Royal Air Force en een Messerschmitt Bf 109 van het Duitse Jagdgeschwader. In de wrakstukken van beide toestellen bevinden zich vermoedelijk de stoffelijke resten van zes bemanningsleden. De berging zal ongeveer acht weken in beslag nemen.
Technische uitdagingen bij Vickers Wellington
De Vickers Wellington ligt in het dijkvak nabij Holwert, terwijl de Messerschmitt in de buurt van Hallum is gecrasht. Aan boord van de Vickers Wellington bevonden zich vijf bemanningsleden, terwijl de piloot van de Messerschmitt alleen vloog. Omdat er mogelijk stoffelijke resten aan boord zijn, vallen deze operaties onder het Nationaal Programma voor Kansrijke Bergingen. Met name de berging van het Britse toestel is technisch complex. Hiervoor moet bijna 100 meter zeedijk worden afgegraven. Specialisten van Rijkswaterstaat en het Waterschap ondersteunen Defensie bij deze werkzaamheden. Om de veiligheid te waarborgen, wordt een bouwkuip tot een diepte van acht meter aangebracht en komt er een tijdelijke waterkering van damwandprofielen die het zeewater tegenhoudt.
Verschillende defensieonderdelen betrokken
Bij de berging zijn naast een civiele aannemer diverse defensieonderdelen betrokken. De luchtmacht zorgt voor de ruiming van de wrakdelen, terwijl de Bergings- en Identificatiedienst van de landmacht eventuele stoffelijke resten veiligstelt en probeert te identificeren. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie is verantwoordelijk voor het ontmantelen van eventuele munitie. Afhankelijk van de weersomstandigheden, zal de operatie ongeveer acht weken duren en uiterlijk 1 oktober afgerond zijn.
Historische context: 6.000 vliegtuigcrashes
Tijdens de Tweede Wereldoorlog crashten ongeveer 6.000 vliegtuigen in Nederland, zowel op land als in het water. De meeste van deze wrakken zijn inmiddels geborgen. Het Nationaal Programma Kansrijke Vliegtuigbergingen biedt de mogelijkheid om op crashlocaties te bergen en eventuele stoffelijke resten van bemanningsleden een laatste eervolle rustplaats te geven. Nabestaanden krijgen hierdoor duidelijkheid en rust over het lot van hun familieleden. Het programma ondersteunt gemeenten bij de hoge kosten van een vliegtuigberging.