Nederland draagt eind dit jaar bij aan de NAVO-luchtruimbewaking en -beveiliging in Estland door maximaal 10 F-35-gevechtsvliegtuigen en 90 tot 150 militairen te sturen. Dit verklaarde minister Kajsa Ollongren van Defensie vandaag aan de Tweede Kamer. De operatie is gepland van december tot maart volgend jaar.
Flexibele inzet op NAVO-verzoek
De inzet in Estland komt op verzoek van het land zelf en kan, afhankelijk van de NAVO-behoeften, variëren. Minister Ollongren benadrukte dat de Nederlandse bijdrage essentieel is voor de veiligheid in de Baltische regio en voor Europa als geheel. Er wordt gestart met drie vliegtuigen, met de mogelijkheid om op te schalen indien nodig.
Communicatie en netwerken essentieel
Een team van de Nationale Datalink Management Cel (NDMC) zal ook naar Estland vertrekken. Zij zijn verantwoordelijk voor het beheer van de dataverbindingen tussen de F-35-vliegers, andere eenheden en bondgenoten. Dit zorgt voor een gestroomlijnde communicatie en betere operationele afstemming tijdens de missie.
Verdediging en diplomatie
De operatie dient meerdere doelen: het monitoren van activiteiten aan de NAVO-grenzen, het versterken van de verdedigingslinie tegen potentiële bedreigingen en het versturen van een duidelijk signaal naar Rusland. Daarnaast is de missie een geruststelling voor Estland en de regio, terwijl het ook de interoperabiliteit en paraatheid van de Nederlandse krijgsmacht bevordert.