Drie trefwoorden voor drie prachtige vliegvelden. Maar eerst even kort het volgende.
Het Nederlandse lucht- ruim is klein en staat onder zware druk. De RLD, LVNL en de KLu beperken luchtsporters in hun vrijheid. Een van de organisaties die de belangen van deze luchtsporters behartigt, is de Koninklijke Neder- landse Vereniging voor Luchtvaart. Sinds december 2015 is de voorzit- tershamer van de KNVvL in handen van zweefvlieger, jurist en voorma- lig luchtvaartpolitie baas, Ronald Schnitker. Eigenlijk voor het eerst in de geschiedenis van de KNVvL een voorzitter die in de eerste plaats luchtsporter is. Dus deze keer geen erebaantje voor een generaal b.d. of ex-burgemeester. Niet vervelend bedoeld, maar het kan dus alleen maar beter worden. Ik hoop dat de nieuwe voorzitter zijn tandjes slijpt en dát gaat doen waarvoor de leden hun lidmaatschap betalen; knokken voor hun belangen.
Dan nu terug naar de bovenwindse eilanden. St. Maarten, St. Barth en Saba liggen op minder dan een kwar- tier vliegen (met een Twin Otter) van elkaar. Voor ‘Av Geeks’ een Walhalla. St. Maarten als Caribbean hub met de spectacular landings over Maho beach. SXM is een begrip voor spotters en liefhebbers van airport perfume. Op Maho beach kunnen de dames in bikini zich laten zand- stralen door een vertrekkende 747, vlucht KL785 naar Curaçao.
Dé plek om een paar biertjes te drinken en te genieten van de arrivals over Maho beach is de Sunset Bar. Het publiek bestaat daar uit een boeiende variatie van de eerder genoemde Av Geeks, ‘bewapend’ met lange lenzen, cruise ship toeristen die speciaal voor de vliegtuigen komen, bikinibabes (gratis drankje als je geen bikini draagt) en de vakantie- ganger die spektakel wil.
Als je na een paar dagen St. Maarten even iets heel anders wilt, dan zijn er verschillende opties. De eerste is St. Barth. Dit Franse eiland kiest ervoor om totaal ander publiek te trekken dan St. Maarten. Dus geen zes cruise schepen per dag. De beste manier om op St. Barth te komen is met een vlucht van de Sint-Maartse luchtvaartmaatschappij Winair. De approach is spectaculair, de landing is downhill en vooral kort. Met een fixed-pitch prop is het een uitdaging. Met een turbine met verstelbare prop wordt het een stuk makkelijker. Ik vond de landing op SBH zo leuk dat ik besloot een uurtje touch & go’s te boeken bij de locale vliegclub. Super, super leuk en een echte aanbeveling. Op St. Barth is het wel zaak je portemonnee – liefst goed gevuld – mee te nemen. St. Barth is namelijk echt voor de rich and famous van deze aarde.
Een andere optie is Saba. Daar maak je op het restricted vliegveld een totaal andere approach. Er zijn maar twee luchtvaartmaatschappijen die daar mogen landen. Saba heeft de kortste commerciële runway op aarde, nl. 400 meter. Een soort van landing (en start) op een vliegdekschip.
Saba is absoluut een item voor op je bucketlist. Je treft er een oase van rust. Het eiland is, samen met Bonaire en St. Eustatius, Nederlands grondgebied. Je vindt er tevens Neerlands hoogste berg, 900 meter hoog en zeker de moeite van het beklimmen waard. Saba is een vulkaaneiland bedekt met tropisch regenwoud. Een paradijs van rust dat gemiddeld door niet meer dan 40á 50 toeristen per dag wordt be- zocht. Kortom, island hopping is hier geweldig!