Op 14 december 2018 verscheen het eerste deel van de vijfdelige boekenserie over de vliegtuigfabriek Aviolanda onder de titel “Logboek Aviolanda en het verdwenen vliegveld Papendrecht”.
Deze maand komt de laatste van deze serie uit en dit Deel V staat in het teken van de nieuwbouw van supersonische straaljagers, Aviobruggen en draagvleugelboten, maar ook over het einde van het vliegveld.
De laatste stap tot Fokker
Toen in 1960 het Amerikaanse en Nederlandse revisieprogramma grotendeels voor Papendrecht afliep en zoveel mogelijk werk naar Aviolanda-Woensdrecht ging, kon men ruimte gaan maken voor andere projecten. De eerste was een grote NATO-order namelijk de bouw van 350 supersonische
F-104G Starfighters voor de Nederlandse en Duitse luchtmacht. Een ander spraakmakend project was de ontwikkeling en fabricage van uitschuifbare passagiersbruggen voor luchthavens, waarmee passagiers ongehinderd vanuit de vertrekhal het vliegtuig in konden stappen. Schiphol en vele andere internationale luchthavens staan nog steeds vol met deze oer Papendrechtse uitvinding.
De meest opmerkelijke Papendrechtse ontwikkeling uit de jaren zestig was die van de Hydrofoil, een draagvleugelboot die in samenwerking met Aquavion Great-Britain Ltd. in Papendrecht werd gebouwd. De eerste draagvleugelboot die in Papendrecht te water werd gelaten was de veertig persoons Aquastroll 40P die uitgerust was met twee Boeing gasturbine motoren van elk 270 pk. Deze motoren gaven de boot een snelheid van zestig kilometer per uur.
Naast de Aquastroll begon Aviolanda ook met de bouw van de kleinere acht persoons Aquavit 10P, type Waterman, die voortgestuwd werd door twee Volvo-Penta benzinemotoren van elk 110 pk. In 1963 werd de eerste hiervan op stapel gezet, daarna gevolg door een serie van 24 stuks. Al snel werden er vijf verkocht naar Australië waar een enkele nog steeds gebruikt wordt door de sportvisserij. De Aquavit die bij Aviolanda gebouwd werd was het kleinste zeevaartuig dat een kustcertificaat bezat.
Een van de scheepjes zorgde in december 1964 voor nogal wat beroering toen deze voor REM-platformbouwer Heerema gebruikt werd als communicatievaartuig tussen de haven van Scheveningen en het omstreden REM-eiland. Met het eiland was van alles aan de hand maar ook met de Aquastroll. Het werd volledig afgekeurd door Rijkswaterstaat en mocht niet meer varen.
Met de 40P werd intussen druk geëxperimenteerd op het IJsselmeer voor snelle veerdiensten van Stavoren naar Amsterdam en Stavoren naar Enkhuizen, en in Schotland met pendeldiensten tussen de verschillende Orkney-eilanden. Een groot succes is het niet geworden want in 1965 kwam er plots een einde aan de productie van draagvleugelboten bij Aviolanda. Op de verkochte exemplaren na, verdwenen ze allemaal naar een opslagterrein op het Oosteind. De grote 40P is naderhand nog gebruikt voor veerdiensten tussen Engeland en de Kanaaleilanden.
Elk deel van de serie “Logboek Aviolanda en het verdwenen vliegveld Papendrecht” bevat 200-300 pagina’s, 135 grams silk papier en hardcover. Deel V is vanaf oktober leverbaar. De boeken kosten € 43,95 per stuk.
Voor meer informatie over de boeken kunt u zich wenden tot Pieter van Wijngaarden, e-mail: elviravanwijngaarden@gmail.com of telefoon 06-25033699.