Voor het eerst sinds 2009 is het aantal lesvluchten op de Nederlandse luchthavens gestegen. In 2018 vonden bijna 197 duizend bewegingen plaats binnen het opleidingsverkeer, 15 procent meer dan in 2017. In 2009 besloeg het lesverkeer in Nederland nog 351 duizend starts en landingen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
Bijna 85 procent van alle vlieglessen vond in 2018 plaats op de kleine vliegvelden. Het lesverkeer was goed voor ongeveer de helft van alle starts en landingen op deze luchthavens. Op Lelystad vonden de meeste vlieglessen plaats, bijna 73 duizend starts en landingen. Deze lesvluchten maakten ruim 70 procent uit van alle vliegtuigbewegingen op deze luchthaven. Breda International Airport (Seppe) en Hilversum volgden met respectievelijk 27 duizend en 21 duizend bewegingen binnen het lesverkeer.
Afname lesverkeer op nationale luchthavens
Op de nationale luchthavens bedroeg het aandeel lesverkeer, met 31 duizend bewegingen, bijna 5 procent van het totaalaantal bewegingen. Op Schiphol en Eindhoven werd op beperkte schaal gelest. Rotterdam The Hague had met 14 duizendbewegingen het meeste lesverkeer. Groningen Eelde en Maastricht Aachen volgen met respectievelijk 12 duizend en 5 duizend bewegingen. In 2009 bedroeg het aandeel lesverkeer op de nationale luchthavens nog ruim 17 procent.
In vergelijking met 2009 is het aantal vlieglessen in 2018 het meest afgenomen op de luchthavens van Maastricht Aachen en Groningen Eelde. In 2009 vonden er op deze twee luchthavens respectievelijk 31 duizend en 50 duizend vliegbewegingen plaats binnen het lesverkeer. In 2018 bedroegen deze aantallen respectievelijk 5 duizend en 12 duizend.