Het werk voor de Nederlandse F-16-gevechtsvliegtuigen in het Midden-Oosten zit erop. De toestellen vlogen het afgelopen jaar meer dan 3.000 missies boven Irak en Oost-Syrië. Daarbij werden ongeveer 2.100 keer wapens ingezet tegen terreurorganisatie ISIS.
De 6 F-16’s, waaronder 2 reservetoestellen, opereerden vanuit Jordanië. Samen met andere landen ondersteunden ze troepen op de grond. De jachtvliegtuigen vielen ISIS-doelen aan zoals voertuigen, logistieke opslagplaatsen en wapenopstellingen.
Nederland kan niet langer bijdragen aan de anti-ISIS-coalitie vanuit Jordanië. Defensie moet namelijk eenheden beschikbaar hebben voor diverse snel inzetbare eenheden en de NAVO. Ook geeft het ruimte voor de overgang naar het nieuwe gevechtsvliegtuig, de F-35.
Nederland blijft zich wel actief inzetten voor een stabiel Irak. Zo leiden Nederlandse militairen in verschillende missies Iraakse strijdkrachten op. “De strijd tegen Islamitische Staat is nog niet gestredenen de huidige stabiliteit in Irak is nog broos”, zei minister Ank Bijleveld-Schouten vorige week. Ze was samen met staatssecretaris Barbara Visser op kerstbezoek bij Nederlandse militairen die werken in het land.
De F-16’s keren 2 januari terug in Nederland. Het merendeel van het 150-koppige detachement zet later deze week weer voet op Nederlandse bodem.