Arie Nijman vertelt over zijn visie op en ervaringen met het geven van theorielessen voor vliegbrevetten. Naast een ruime ervaring als vlieginstructeur en examinator staat hij al meer dan 25 jaar voor de klas om theorielessen te geven aan leerlingvliegers die hun PPL (Private Pilot License) willen halen. Hij doet dit in zijn vliegschool BLU BIRD Flight Training op Lelystad, waar hij een intensieve lesmethode toepast onder de naam PPLBrainwash. Brainwashing, zult u zich misschien afvragen, dat is toch … hersenspoelen? Jazeker, dat hebt u goed. Dus die naam past precies bij een training waarin je hersenen twee weken lang intensief worden gemasseerd met kennis over luchtvaart.
Wat waren je eerste eigen ervaringen?
Van jongs af aan droomde ik er al van om te leren vliegen. We hebben het dan over de jaren ’50-’60. Maar dat zat er bij ons thuis en vooral in die tijd gewoon niet in. Bovendien was ik brildragend en dat zorgde er mede voor dat er een dikke streep door die rekening kwam. Op mijn 16e dacht ik een alternatief gevonden te hebben in de autotechniek. Ik was gek van alles wat met auto’s te maken had. Maar dat mocht niet van mijn moeder. Die was schooljuf en ik hoor haar nog zeggen: “Jij moet onderwijzer worden. Er gaat niets boven een baan bij de overheid en als je eenmaal een vaste aanstelling hebt, dan is je kostje gekocht.” Ze heeft me inderdaad zover gekregen dat ik de kweekschool ging doen en het onderwijs in ging. Inclusief die o zo belangrijke vaste aanstelling. Maar ik vond dat vak dodelijk saai, ik moest er niet aan denken om mijn hele werkzame leven in scholen te slijten. Wat een droevig vooruitzicht. Uiteindelijk is het allemaal toch nog goed gekomen. Ik heb mijn vliegdroom niet opgegeven en ben inmiddels al zo’n 30 jaar bezig in de vliegerij.
Hoe kwam die luchtvaart er dan toch?
Tja, zo’n droom is hardnekkig. Na twaalf ambachten en gelukkig weinig ongelukken kreeg ik in de jaren ’80 een opdracht om een muziekproductie te maken voor een chartermaatschappij. Er werd op hun vluchten een film vertoond en daar moest muziek onder worden gezet. Dat was een buitenkansje en dat heb ik dan ook met beide handen aangegrepen. Het leverde mij iets van vijfduizend ouderwetse Nederlandse guldens op. Die ben ik onmiddellijk naar een vliegschool gaan brengen. Ik kreeg gelukkig voor mijn proefles een enthousiaste jonge vlieger mee die mijn droom natuurlijk herkende. Dus de volgende dag was ik er voor mijn eerste ‘echte’ vliegles en toen was het hek definitief van de dam. Ik behaalde eerst mijn PPL, en daarna al snel mijn B3 met instrument rating en B1 theorie (tegenwoordig zouden we zeggen CPL/IR met ATPL theorie). Ik begon ook direct met het geven van theorielessen. Eerst voorschriften en al snel daarna ook de andere vakken. Kwam mijn oude vak opeens toch nog goed van pas. Zo is eigenlijk TLS ontstaan, dat later BLU BIRD Flight Training werd.
Waar stond TLS voor?
Theorieschool voor Luchtvaart Schiphol. We zijn begonnen in de Elzenhof op Schiphol-Oost. Een drietal jonge enthousiaste beroepsvliegers en ik. Ik wist eigenlijk nog maar bar weinig van luchtvaart, die eerste jaren. Maar dat maakte ik ruimschoots goed met mijn enthousiasme voor het vak. De combinatie van mij als beroepsdocent met de praktijkervaring van mijn collega’s die bij Transavia en de KLM op echte vliegtuigen vlogen bleek goed te werken. Ik vond de theorie boeiend en het lesgeven dus niet vervelend. Ons enthousiasme werkte waarschijnlijk aanstekelijk. Over dat enthousiasme wil ik nog wel iets zeggen. Ik vind het onbegrijpelijk dat er vlieginstructeurs zijn die tegen hun leerlingen zeggen dat die theorie eigenlijk stomvervelend is en dat je er nu eenmaal ‘doorheen’ moet. Wat is dat voor flauwekul? Daarmee geven ze de indruk dat de theorie eigenlijk meer een noodzakelijk kwaad is. Ik kan me best voorstellen dat je niet staat te juichen bij het vooruitzicht weer de schoolbanken in te moeten, maar theoretische kennis is onlosmakelijk verbonden met wat je waarschijnlijk het liefste in je leven doet: vliegen. Hoe kun je dat dan vervelend vinden?
Maar niemand vindt theorie toch leuk?
Dat is nu precies wat ik bedoel: waar komt dat vandaan? Bijna iedereen vindt dat logisch, maar dan heb je toch gewoon geen leuke schooltijd gehad? En hoe weet je nou of iets leuk is zonder je erin te verdiepen? Het heeft alles te maken met enthousiasme, zo ongeveer de allerbelangrijkste voorwaarde voor leren. Wie er genoeg van meebrengt kan het met ons komen delen. Dat is, samen met didactische vaardigheid, onze toegevoegde waarde in jouw traject naar het behalen van je theorie-examens en daarmee uiteindelijk je vliegbewijs. Jijzelf hebt daarin natuurlijk de grootste verantwoordelijkheid, maar wij met de PPLBrainwash kunnen daar wel degelijk een cruciaal verschil maken. Iedereen herinnert zich toch ook die ene leraar op school die geweldig les gaf, waardoor zijn of haar vak opeens leuk werd?
En zulke leraren hebben jullie?
Vind ze maar eens. Die zijn in dit land dun gezaaid, kan ik je melden. Ik verzorg zelf tot nu toe het leeuwendeel van de theorieopleidingen en dat blijf ik doen zolang de passie me drijft. Want dat is wat je als trainer op de eerste plaats nodig hebt: passie. Passie voor vliegen, maar ook voor lesgeven en dus voor mensen met een droom. Je komt met een berg energie waar mensen niet omheen kunnen en je maakt je cursisten enthousiast, als ze dat al niet zijn. Dat vergt naast een heleboel ervaring ook het nodige entertainment. Maar dat maakt het juist leuk, en wát een overwinning als je cursisten die examens allemaal inkoppen en dus verder kunnen met waar ze het allemaal voor doen.
Hoe kwam je op het idee van de PPLBrainwash?
Ik had wat vliegtraining gedaan bij Flight Safety International in de VS en was erg onder de indruk van de vaart en de effectiviteit van hun werkwijze. Duidelijk, compact, geen flauw geneuzel of ongeïnteresseerde docenten die voor een klasje staan, maar gewoon gáán! Binnen en week haalde ik een multi-engine rating en nog eens twee weken daarna had ik ongeveer de halve VS van boven gezien. Wat een geweldige ervaring was dat. Het duurde bij mij niet heel lang om te bedenken dat je zoiets ook in Nederland zou moeten doen. Gewoon twee, drie weken flink doorwerken en klaar. Voor het praktijkgedeelte is dat met het Nederlandse klimaat misschien wat ambitieus, hoewel we bij BLU BIRD in de zomermaanden wel een versnelde praktijkcursus aanbieden voor wie van opschieten houdt.
Maar voor een snelle theorieopleiding is het weer niet relevant.
Precies. Ik heb er eerst eens een poosje omheen gelopen en in 2005 ben ik het maar gewoon gaan doen. Zal ’t nooit vergeten: vier leerlingen had ik, twee mannen en twee vrouwen. Daar zaten we, bij Wings over Holland op Lelystad Airport. Twee weken lang in een klein lokaaltje boven de technische dienst met een beamer op tafel en de geur van aircraft maintenance in onze neus. Het bleek te werken. Iedereen was enthousiast en vanaf dat moment ben ik er mee doorgegaan. Er bleek meer dan genoeg animo voor die snelle manier van werken, hoewel ik veel mensen moest uitleggen dat de Brainwash geen ‘quick fix’ is. Wie kwam om even gemakkelijk van de studie af te zijn, moest ik natuurlijk teleurstellen. Het werkte alleen voor diegenen die bereid waren er veel in te investeren.
Wat je snel leert, ben je dat ook niet snel weer vergeten?
Daar is het weer: ik noem het altijd het argument van de concurrent. Als dat waar was, zouden we alle opleidingen bij defensie dus ook overboord kunnen gooien. Ik ken nog steeds de drills uit mijn hoofd die mijn Amerikaanse instructeur me in 1991 in een week geleerd heeft. Het zit hem niet in de snelheid waarmee je door de lesstof gaat, maar in de kwaliteit van het aanbod. Velen leven kennelijk in de veronderstelling dat je iets beter leert wanneer er maandenlang omheen gekeuteld is dan wanneer je er kort en bondig de relevante dingen over leert. Als je leerstof op een boeiende manier aangereikt krijgt heb je absoluut herhaling nodig, maar zeker geen traagheid. Integendeel, zou ik willen beweren. En herhaling is niet het enige; een ander belangrijk aspect is associatie: het leggen van verbanden tussen kennisonderdelen onderling en tussen reeds aanwezige kennis en de nieuwe stof. Dat gaat fantastisch in zo’n compacte training. En waar ik het al eerder over had: de allerbelangrijkste ingrediënten zijn vakmanschap en passie bij de docent. Leren moet inspirerend en leuk zijn, anders wordt het nooit wat. De Brainwash combineert al die elementen en dat is niet toevallig. Ze zijn nodig om effectief kennis te vergaren en te behouden. Dat gaat nu eenmaal niet vanzelf; doceren en studeren zijn werkwoorden en verworven kennis heeft onderhoud nodig. Wat je niet gebruikt gaat uiteindelijk bij iedereen overboord: you either use it or lose it.
Zijn klassikale lessen niet achterhaald in deze tijd van distance learning?
Ik heb de afgelopen tien jaar meer dan tweehonderd leerlingen in de Brainwash gehad, dus ik denk van niet. Maar er zal best een groep mensen zijn, die goede resultaten behaalt met distance learning. Niettemin is er ook voor die cursussen een minimum aantal contacturen wettelijk vastgelegd en dat zal wel niet voor niets zo zijn bedacht. Eén van mijn belangrijkste drijfveren om mensen degelijk op te leiden is de veiligheid in de general aviation. Een gedreven instructeur kan dat onderwerp overal subtiel in laten terugkomen zonder het steeds te benoemen – goed voorbeeld doet goed volgen. Dat is de belangrijkste opdracht voor een vlieginstructeur, zowel in theorie als praktijk, vind ik. Maar ik vind ook dat mensen de opleiding moeten kiezen waarin ze zich thuis voelen. Als je de pest hebt aan schoolbanken snap ik wel dat je liever achter je computerscherm thuis zit. Gelukkig voor mij zijn er genoeg cursisten die een ervaren, enthousiaste docent eigenlijk onmisbaar vinden. Als oude schoolmeester heb ik wel een tijdje gedacht dat e-learning een weinig effectief modeverschijnsel was. Maar we gebruiken het zelf nu al jaren en ik ben er inmiddels van overtuigd dat je beter een goede e-learning experience kunt hebben dan een klasje met een dodelijk saaie of slecht voorbereide trainer er voor. De Brainwash onderscheidt zich door van beide methodes het beste te bieden in een kort tijdsbestek: twee weken van bevlogen, collegeachtige ‘live’ happenings, ondersteund door slim opgebouwde e-learning, gevolgd door gedegen examentraining.
Dus iedereen naar de Brainwash?
Nee hoor, dat denk ik niet. Het is een erg intensieve training die van iedereen behoorlijk veel energie en betrokkenheid vergt. Dat kan niet elke cursist opbrengen, daarom bieden we de Brainwash ook in hapklare brokken aan: de zogenaamde Masterclasses. Die worden in een weekeind gegeven, zodat de meeste mensen er geen vrij voor hoeven te nemen. We behandelen dan één vak in zijn geheel, waarna cursisten in dat ene vak examen kunnen gaan doen. Dus ook daar weer compact en vlot. Ze moeten daarnaast nog wel flink aan de studie, want dat verandert nooit: na de training moeten mensen aan het werk om het spul blijvend in hun hoofd te krijgen. Sommigen vinden dat tegenwoordig maar raar: “Als je een iPad hebt en je bent naar de training geweest dan ben je toch zeker wel klaar?” Nou ik dacht ’t niet. Leren begint met aandacht, gevolgd door doen, nog eens doen en dan nog eens doen. Cursisten komen bij ons een training volgen waar ze te horen krijgen wát ze moeten leren en hóe ze moeten leren. Maar ook dat ze er echt zelf iets voor moeten doen. En als ze dat niet doen, zij hun geld hebben weggegooid. Wat mij steeds weer verbaast, is dat een aantal het dan toch gewoon niet doet. En ik vraag me vervolgens af hoe diep die zogenaamde passie voor vliegen dan daadwerkelijk zit. Als er sprake is van passie, dan vreet je die theorie toch gewoon op?
Is vliegen dan toch nog altijd wat exclusief?
Tja, als ik zeg dat ik me zorgen maak over opleiders die luchtvaart verkopen als iets dat iedereen kan leren, dan laad ik die verdenking misschien wel op me. Ik gun iedereen zijn of haar vliegplezier, want vliegen is een geweldige droom om waar te maken. Maar het is gewoon niet zo simpel als het misschien lijkt. De veel gehoorde kreet dat je een aap kunt leren vliegen als je maar genoeg bananen bij je hebt, is mij wat te kort door de bocht. Maar het besturen van een klein vliegtuig is ook weer niet veel moeilijker dan bijvoorbeeld auto- of motorrijden. Daar zit het hem dan ook niet in: luchtvaartveiligheid heeft te maken met meer dan alleen het betere knuppelwerk; er horen gedegen kennis en vliegerschap bij. Wij – en gelukkig ook de wetgever – vinden dat je daarvoor naar een goede opleider moet. Want vliegers worden niet geboren, die worden gemaakt van mensen die er, meer dan een beetje, moeite voor willen doen.
Link:
– www.blubird.nl (Blu Bird Flight Training)