Woerden, 3 mei 2016 – Op 18 april jl werd het General Aviation Symposium gehouden in Luchtvaart Themapark Aviodrome op Lelystad. Het symposium stond in het teken van ‘Toekomstvaste General Aviation Locaties’ en werd georganiseerd door de NVL en de KNVvL. In vervolg op het NVL Symposium van 2013, waarin de actuele problematiek binnen de GA sector behandeld werd, is het project ‘Toekomstvaste GA Locaties’ door het Rijk gestart in samenwerking met de GA organisaties, de provincies en de betrokken luchtverkeersdienstverleners.
Doelstelling van dit project is te komen tot toekomstvaste oplossingen voor de GA activiteiten.
Het rapport, opgesteld door onafhankelijk procescoördinator Chris Lorraine, is het resultaat van een verkenning van de mogelijkheden voor toekomstbestendige locaties. Dit rapport is in februari 2016 aangeboden aan de Staatssecretaris en de Tweede Kamer en tijdens het symposium gaf Chris Lorraine een toelichting op de resultaten. Alle betrokken partijen die een inbreng hebben gehad aan het rapport, het ministerie van IenM, LVNL, de MLA/CLSK en natuurlijk ook de KNVvL, AOPA, NACA en de NVL, waren tijdens het symposium aanwezig.
KNVvL voorzitter Ronald Schnitker, die uitgenodigd was op de inhoud van het rapport te reageren, hield een pleidooi voor het behoud van de luchtsporten, en het recht op toegang tot het luchtruim. “Luchtsporters hebben net zoveel recht op het gebruik van het luchtruim, als de commerciële en de militaire luchtvaart. Luchtsporters begrijpen heel goed dat er sprake is van prioriteitstelling, maar dat betekent niet dat zij zich zonder enige vorm van inspraak aan de kant hoeft te laten zetten”. Hij pleitte er voor dat de General Aviation sector voortaan wordt uitgenodigd aan tafel te zitten wanneer opnieuw aanpassingen van het luchtruim aan de orde zijn. Ronald Schnitker wees ook op het feit dat een aantal zweefvlieglocaties op ‘rood’ zijn gesteld, hetgeen betekent dat deze locaties ‘eindig’ zijn.
Weliswaar stelt de procescoördinator dat voor deze zweefvliegclubs naar een passende oplossing gezocht wordt, maar Ronald Schnitker waarschuwt voor te veel optimisme. “De weg daar naar een nieuw terrein is bezaaid met vele voetangels en klemmen. De ervaring is dat verenigingen die beperkingen opgelegd krijgen vanwege de commerciële luchtvaart, (meestal) niet worden gecompenseerd. Een voorbeeld is de Eindhovense Zweefvliegclub die uiteindelijk zelf heeft besloten om maar naar Venlo te verhuizen. Het betekent een zweefvliegterrein minder in Brabant. Het beleid van provincies als het gaat om nieuwe vlieglocaties te realiseren is in veel gevallen ook niet erg meegaand”.
Door hoogtebeperkingen komen ook de mogelijkheden voor parachutespringen steeds meer onder druk te staan. Onzeker is wat met parachutespringen op Hilversum en Teuge gaat gebeuren. Ronald Schnitker: “Nog even en parachutespringen is straks alleen nog mogelijk in de uithoeken van Nederland”. Flexibel Use of Airspace (FUA) zou hier een oplossing kunnen bieden. Op basis van real time gebruik zou binnen een bepaalde periode ruimte kunnen worden toegewezen voor parachutespringen.
Josan Meijers, die namens Gedeputeerde Staten van Gelderland sprak, bevestigde in feite de woorden van Ronald Schnitker. “Nieuwe locaties zijn lastig realiseerbaar, maar de provincies zijn bereid tot meedenken. Eerst moeten de bestaande terreinen optimaal worden benut”. De eis van maximaal één uur rijafstand naar een locatie voor luchtsporten vond Josan Meijers een onvoldoende zwaarwegend argument.
Ronald Schnitker: “Het TGAL –rapport heeft geen juridische status, maar dat betekent niet dat aan dit rapport geen enkele betekenis kan worden toegekend. Het TGAL -rapport moet worden gezien als een beginpunt van een bestendige visie over waar en op welke wijze luchtsporten in Nederland mogelijk blijven”.
Links:
– TGAL Rapport
– Brief aan de Kamer
– Presentaties van het Symposium
– Speaker notes van Mark Rademaker, AOPA
– Speaker notes Ronald Schnitker, KNVvL
Bron: KNVvL