Nederlanders verhuizen naar Californië voor operationele test en evaluatie. Het boek over de Nederlandse F-35 begint aan een nieuw hoofdstuk. De eerste 2 Nederlandse Lightning II’s vlogen in de derde week van januari naar Edwards Air Force Base in Californië. Daar gaan ze meedraaien in de operationele test- en evaluatiefase van het type. Niet alleen worden de operationele capaciteiten van het F-35 wapensysteem gevalideerd, ook wordt het luchtmachtpersoneel voorbereid op het opereren met dit vijfde generatie jachtvliegtuig.
De uitvoering van de operationele test- en evaluatiefase van de F-35 gebeurt onder verantwoordelijkheid van het 323 Tactics Evaluation Squadron. “Aspecten als zelfverdediging en het uitschakelen van zowel lucht- als gronddoelen worden geëvalueerd”, geeft squadroncommandant kolonel Bert de Smit vanuit Californië aan. “De inzet van het toestel zelf, het inrichten van een logistieke organisatie en ondersteunende ICT systemen en het vaststellen van onderhoudsprocedures komen aan bod.”
Juiste antwoord
Met het voltooien van de zogeheten ‘verwervingsvoorbereidingsfase’ midden december, is Defensie klaar om in maart de eerste 8 F-35’s te bestellen. Het is de bedoeling dat de eerste F-35’s vanaf 2019 boven Nederland vliegen. Defensie schaft er tenminste 37 aan. Inmiddels zijn circa 20 technici, 4 vliegers en circa 10 medewerkers in een ondersteunende rol opgeleid om met de F-35 te werken. De Smit: “Hoe meer ervaring we opdoen met het toestel, hoe duidelijker het wordt dat dit veelzijdige jachtvliegtuig het juiste antwoord is op de uitdagingen van de toekomst.”
Van de 37 F-35’s komen er 32 in Nederland die Leeuwarden (vanaf 2019) en Volkel (vanaf 2021) als thuisbases krijgen. De andere 5 blijven in de Verenigde Staten voor opleiding en testen. Naast de permanente inzet voor bewaking van het eigen en bondgenootschappelijk luchtruim, opleiding, training en oefeningen, zijn er 4 gevechtsvliegtuigen gelijktijdig en onafgebroken inzetbaar voor missies. Dit kan vanaf 2024, wanneer alle toestellen volledig zijn ingevoerd. Ook willen België en Nederland gaan samenwerken op het gebied van luchtruimbewaking.
Eerste Nederlandse testen
Op 9 en 10 december vinden op vliegbasis Leeuwarden de eerste interoperabiliteitstesten testen plaats om te bekijken of de F-35 kan communiceren met de Nederlandse F-16’s. Binnen het F-35 programma is dit 1 van de ontwerpeisen. Dat gebeurt door middel van een 3-stappenproces. De eerste betreft het vergelijken van documentatie over de communicatiemogelijkheden van de F-35 met andere wapensystemen. De Nationale Datalink Management Cell (NDMC) creëert met hun mobiele testlaboratorium op Leeuwarden een lokaal Link16-netwerk. TNO test vervolgens de F-35 simulatie op de J-066 ‘Orange Jumper’ van het Kantoor Testvliegen. Die verloopt voorspoedig, want daar waar 2 dagen zijn gepland, sluit na anderhalve dag en meer proeven dan vooraf bedacht de test zeer succesvol.
Stap 2 is de zogenoemde ‘record and playback’-test. Daarbij wordt F-35 communicatiedata afgespeeld en verstuurd naar andere wapensystemen, voor Nederland dus de F-16. Lockheed Martin gaat deze uitvoeren in 2016/2017. Bij stap drie wordt met de echte platformen – dus de F-16 en F-35 – getest of de communicatie werkt volgens de specificaties.
Solide
Ondertussen loopt het F-35 programma in de USA zowel in de productie- als testfase goed, constateert luitenant-generaal Chris Bogdan, Program Executive Officer van het project F-35. Begin januari brengt hij een bezoek aan Nederland. “We boeken solide en stabiele vooruitgang op alle fronten, al blijven er in een project van deze omvang natuurlijk risico’s en uitdagingen.” Vorig jaar rolden er 36 exemplaren uit de fabriek en dat worden er elk jaar meer. Inmiddels vliegen er 120 toestellen, die gezamenlijk al 25.000 vlieguren maakten. Uiteindelijk zullen volgens de huidige planning 3.160 F-35’s geproduceerd worden.
Goedkoper
De prijs van de F-35 blijft daardoor zakken. Bogdan: “De laatste serie was 3,6% goedkoper dan de vorige. In 2019 zou de prijs op 80 tot 85 miljoen dollar uitkomen. Dan hebben we een vijfde generatie toestel voor nagenoeg de prijs van een vierde generatie, zoals de F-16.”
Als uitdagingen voor de komende tijd noemt Bogdan het ontwikkelen en continu updaten van de software, het verbeteren van het voor de F-35 ontwikkelde onderhoudssysteem ALIS en het verder terugbrengen van de productie- en exploitatiekosten.
Spin-off voor Nederland
Bogdan gaat uitgebreid in op de spin-off die het F-35-project biedt voor de Nederlandse industrie. Die verwacht de komende jaren voor miljarden dollars aan opdrachten binnen te halen. Zo gaat Fokker Technologies de zogenaamde ‘flaperons’ leveren, de beweegbare kleppen aan de vleugels, nodig bij het stijgen en dalen. Het gaat om een ‘omvangrijke’ opdracht van ongeveer 75 miljoen dollar, die meer dan 100 Fokker medewerkers langdurig werk oplevert.
Fokker kreeg al eerder de opdracht voor de bekabeling van F-35-toestellen, de vanghaak en voor het produceren van deuren en luiken. Op 12 december bleek dat Nederland ook is gekozen als 1 van de landen, naast Turkije en Noorwegen, voor het motorenonderhoud. Als het toekomstige F-35 motorenonderhoud in Nederland plaatsvindt, betekent dit onder meer dat deze hoogwaardige kennis behouden blijft, en dat op het Logistiek Centrum Woensdrecht een stevige basis voor onderhoudsactiviteiten voor de komende 30 jaar ontstaat.
Op Leeuwarden en Volkel
En meer Nederland: in 2016 is er voor het eerst een echte F-35 in ons land te zien, zo maakt minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert op 26 januari bekend. “In het testprogramma ruimte is gevonden om een F-35 naar Nederland te laten komen rondom de Luchtmachtdagen op Leeuwarden, in juni 2016.” Voorwaarde is nog wel dat de startbanen in Leeuwarden en Volkel geschikt zijn gemaakt voor de ontvangst van de Lightning II. De relatief korte periode dat de JSF in 2016 in Nederland is, wil Hennis maximaal benutten om tests en metingen uit te voeren, onder andere voor het geluid. “Ze komen niet voor de show.”