Lelystad – De kleine luchtvaart dreigt de dupe te worden van uitbreidingsplannen van Lelystad, dat concluderen de gezamenlijke luchtvaartorganisaties AOPA en KNVvL na het bestuderen van de plannen die door Luchthaven Schiphol en Staatssecretaris Mansveld gepresenteerd zijn. De beide luchtvaartorganisaties, die met meer dan 20.000 leden vliegend Nederland vertegenwoordigen, vrezen dat bij het handhaven van de huidige door de overheid ingezette koers ten aanzien van Lelystad Airport de kleine luchtvaart in Nederland verder in de verdrukking zal komen.
De kleine luchtvaart is op Lelystad goed voor circa 120.000 vliegtuigbewegingen per jaar. In de gepresenteerde plannen staat dat op termijn dat aantal drastisch omlaag zal moeten om plaats te maken voor de in de planning opgenomen 45.000 vliegtuigbewegingen die door Boeings en Airbussen uitgevoerd zullen worden.
Kostbare uitbreiding. AOPA en KNVvL vrezen tevens dat zodra een begin wordt gemaakt met de zeer kostbare uitbreiding van het vliegveld ten behoeve van de grote luchtvaart het ‘point of no return’ direct is gepasseerd. Zeker in het licht van de twijfels die er nu bestaan, zowel in de politiek als bij de luchtvaartmaatschappijen die nu op Schiphol opereren en een verhuizing niet zien zitten, voorzien AOPA en KNVvL dat er straks alleen maar verliezende partijen zijn en onnodige kapitaalvernietiging op grote schaal.
De kosten van de ontwikkeling van Lelystad ten behoeve van de grote commerciële luchtvaart zullen waarschijnlijk mede ten laste worden gebracht van de huidige, veelal recreatieve vliegers. De gevolgen daarvan laten zich raden. AOPA en KNVvL vrezen dat door het verhogen van de tarieven veel vliegers en kleine vliegbedrijven op de duur gedwongen zijn de activiteiten op Lelystad te staken. Dat scenario is voor AOPA en KNVvL onaanvaardbaar.
Grote en kleine luchtvaart onlosmakelijk verbonden. De luchtvaartorganisaties zijn voorstander van de ontwikkeling van de luchthavens in Nederland zolang dat niet ten koste gaat van de kleine luchtvaart. De grote en kleine luchtvaart zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo zijn de veelal op kleine luchthavens gevestigde vliegbedrijven verantwoordelijk voor de opleiding van vliegers en technici die uiteindelijk vaak werk vinden in de grote luchtvaart. Lelystad is het centrum van de gemotoriseerde kleine luchtvaart met tal van vliegscholen, vliegclubs en onderhoudsbedrijven.
Verplaatsing niet noodzakelijk. Momenteel zijn een aantal van de huidige gebruikers van Lelystad Airport in gesprek met de Provincie over verplaatsing van een deel van de kleine luchtvaart. AOPA en KNVvL menen dat een verplaatsing van de huidige activiteiten niet noodzakelijk is. De grote en de kleine luchtvaart kunnen prima samen opereren op een luchthaven. Bovendien is er elders in Nederland vanwege de vele opgelegde beperkingen geen ruimte om de eventueel te verplaatsen vliegactiviteiten op te vangen. Er liggen ook geen concrete plannen die ruimte voor de kleine luchtvaart te creëren.
Wat betreft AOPA en KNVvL kan de focus beter worden gelegd op de ontwikkeling van Lelystad Airport tot een volwaardige luchthaven voor de General en Business Aviation en tot algemeen opleidingscentrum voor de luchtvaart in Nederland, een rol die het al voor een groot deel heeft. Vervolgens zal de tijd wel leren of er ook behoefte en plaats is voor charters, lijndiensten en vakantievervoer.