Vliegen in Nederland Over alles wat vliegt
Kom je met je kersverse brevet, je vliegmaat en je gloednieuwe ‘dream come true’ vierzitter op het vliegste eiland van de Amsterdam FIR, tankt even vol (nee, het vliegtuig), kopje koffie op het terras, geniet van de zon en de zilte zeelucht en je vertrekt weer.
Nog vóór Den Oever komt via de radio het verzoek of je wilt overwegen terug te keren; twee vliegers dreigen op vrijdagmiddag te stranden vanwege een lekke band. Ze moeten naar jouw thuishaven. Je aarzelt geen moment en gaat terug.
Daar tref je je oude instructeur aan met een leerling en een u/s vliegtuig. Fijn dat ze mee mogen, erg aardig dat je terugkwam. Net op tijd – phew – bedenk je dat je volgetankt had en dus nu te zwaar bent voor vier personen… Brandstof is duur, dus aftappen ligt niet erg voor de hand.
De instructeur aarzelt niet. Hij vindt ‘de boot’ geen acceptabele optie en besluit in zijn oneindige wijsheid dat het vliegtuig dat beetje overgewicht wel baas kan. Baan genoeg, zowel hier als op de bestemming, geen probleem, gáán! En natuurlijk loopt het allemaal goed af.
Or does it? Er gebeurt geen ongeluk, dát niet. Maar de weinig ervaren vlieger blijft achter met een vreemde werkelijkheid: één waarin kennelijk de in het FM (dat van ‘RTFM’) opgetekende grenzen, NA het examen, oprekbaar zijn voor individuen die dat zo uitkomt op een achternamiddag in juli.
Valt dit ook onder het hoofdstuk Gezond Verstand? En zeg maar eens ‘nee’ tegen degene van wie je het allemaal geleerd hebt; trek die wijsheid en ervaring maar eens in twijfel. En met wie ga je hier nog eens over napraten? Want dat kan deze keer gelukkig nog.
En waar kennen we dit duivelse dilemma van…?
