De verhuizing van de militaire luchtverkeersleiding van Dutch Mil van Nieuw-Milligen naar Schiphol-Oost is een stap dichterbij gekomen met de ondertekening van het eerste visiedocument op 10 april jl. In 2018 leiden de civiele en militaire luchtverkeersleidingsdiensten samen alle vliegverkeer in het lagere luchtruim vanaf de nationale luchthaven.
“De afhandeling van vliegverkeer is dan flexibeler, omdat de afstand is verdwenen”, vertelde commodore buiten dienst Paul Mulder eerder al in de Vliegende Hollander. Hij werkt met anderen aan de verhuizing van het Air Operations Control Station Nieuw-Milligen naar Schiphol. Per 2018 wordt al het luchtverkeer boven Nederland, tot een hoogte van 24.500 voet, vanuit 1 zaal op Schiphol-Oost geleid.
Ogenschijnlijk kleine stap
“Hoewel het een kleine stap lijkt, is het visiedocument ‘Civiel-Militaire ATM Machine Visie’ (air traffic management) nodig om gezamenlijk de juiste richting in te gaan”, aldus medeondertekenaar kolonel Jan-Paul Apon van de luchtmacht.
Geen integratie
“De verhuizing naar Schiphol-Oost is géén integratie”, benadrukt Mulder. “Het draait om samenwerken onder 1 dak, ieder met zijn eigen taak.” Toch groeien de civiele en militaire verkeersleiders qua taken, verantwoordelijkheden en procedures steeds verder naar elkaar toe. Ze stellen steeds meer dezelfde eisen aan de zogenoemde ATM-machine. De in het visiedocument gedefinieerde gezamenlijke machine is zoveel mogelijk gebaseerd op civiele luchtverkeersleidingssystemen. Wel blijven er systemen bestaan die strikt militair zijn.